Pianist Wolfert Brederode is de enige Nederlandse bandleider van Europa’s bekendste label ECM. Het tweede album ‘Post Scriptum’ ligt nu in winkel.
‘Waarom komt in jazz na het thema de solo en gaan de drums opeens in vieren lopen? Dat slaat toch nergens op?’ Pianist Wolfert Brederode trekt een vragend gezicht. Hij onderscheidt zich in zijn conservatoriumtijd al van medestudenten. Niet alleen door de liefde voor zowel klassiek en jazz, maar vooral voor zijn eis van ruimtelijke vrijheid. Voor hem geen duidelijk begin, midden en einde, maar hij is meer bezig met muzikale zoektochten, leunend op stiltes. Met klanken zoeken naar de juiste emoties vanuit een basisrust. ‘Stilte creëert ruimte in je hoofd’.
‘Het is niet echt spectaculair wat ik doe, maar meer ingetogen. Dat is wat ik erover kan zeggen.‘
Het zouden de woorden kunnen zijn van Manfred Eicher, de man achter Europa’s meest beroemde label ECM. Post Scriptum heet het tweede ECM-album van het Wolfert Brederode Quartet en hij is er trots op: ‘Eicher kiest heel bewust de groepen en we hebben gewoon heel veel geluk dat we erbij zitten. Er zijn een legio muzikanten die het zouden willen.’ Brederode is te bescheiden. Net als Currents (2007) biedt zijn nieuwe plaat opnieuw die typische sound. Pretentieloze, onopdringerige lyriek, die dankzij een ongeveinsde openhartigheid uiterst menselijk klinkt. Zijn herkenbare toucher en tegelijkertijd ongekunsteld en bewust gekozen noten maken hem tot de fijnste pianisten van Nederland. Niet voor niets is hij de enige Nederlandse bandleider bij ECM.
Aandacht en toewijding
‘Als je tonen laat liggen op een mooie vleugel en je hoort wat het doet qua boventonen, dat is zo verschrikkelijk rijk’. Aandacht en toewijding aan de klanken, dat is belangrijk volgens Brederode. ‘Ik denk dat er veel met je gebeurt als even iets uitklinkt, daar geloof ik heilig in ja. Het is ook zo grappig, mijn ervaring is dat hoe zachter je speelt, hoe stiller de zaal is. Dat vind ik wel heel veelzeggend.’ Geluid komt pas tot haar recht als je je bewust bent van het tegengestelde. Het zal een reden van Eicher geweest zijn om elke ECM-plaat met vijf seconden stilte te laten beginnen.
‘Het mooiste is als je niet exact hoort wat de ander doet, omdat het zich heeft vermengd met jouw spel.‘
Het album is in Frankrijk opgenomen, vlakbij Avignon. Zonder Eicher. Hij had blijkbaar vertrouwen in Brederode’s Quartet. ‘Als hij ziet dat een groep zich ontwikkelt, dan laat hij het vaker los. Hij heeft zich alleen intensief met het naproces bemoeid. Dus de volgorde bijvoorbeeld. En dan zie je zijn topkwaliteiten als producer. Ik had iets totaal anders in mijn hoofd. Toen hij deze volgorde liet horen dacht ik: hè? Af en toe belde hij als er een prangende keuze moet worden gemaakt. Maar ik vertrouw hem dat blindelings toe.’
Minimal
‘Repeterende patronen kunnen hetzelfde effect hebben als stilte, het werkt hypnotiserend. Maar het is ook leuk om te doen. Ik probeer er harmonische wisselingen in te verwerken, dat het niet kaarsrecht is.’ Angelico, het tweede nummer op de nieuwe plaat, bevat zo’n op een zich herhalend en langzaam verschuivend patroon gebaseerde begoocheling. ‘Ik heb zelfs getwijfeld om het stuk te introduceren in de band. Is het niet to much, dacht ik, het is een soort rock. Maar je ziet juist dat iedereen eromheen zwiert, het wordt steeds vrijer. En de bas klinkt als een wenende Oost-Europese vrouw. Alleen maar dat gestreken, dat hele klaaglijke, daar begon hij (de bassist) opeens mee en dat vond ik heel goed werken. Het is ook iets dat live goed uitpakt met een enorme opbouw en dan dieselt het zo uit. Erg eenvoudig van opzet. Als je het op papier ziet, zijn het drie regeltjes.’
Vrij en ruimtelijk
Als luisteraar kom je dankzij geluidloosheid of simpele repetities tot een soort harmonie. De lucht die je wordt aangereikt biedt ruimte tot zelfreflectie. Het zou een verklaring kunnen zijn voor de intense gevoelens die Brederodes muziek opwekken. Ruimte om beelden te creëren. Niet voor niets wordt zijn muziek filmisch genoemd. Zoals vaker bij ECM-producties. Belangrijk hierin zijn de bandleden Mats Eilertsen (bas), Claudio Puntin (klarinet) en Samuel Rohrer (drums). De ruimte die elkaar wordt gegund, het aanvullen en aanvoelen. ‘Ik schrijf niet zo heel veel uit., vaak een soort van leadsheet. Ze hebben veel initiatieven en ideeën, of ze zeggen het en spelen het. Ik geloof er heilig in dat zij donders goed weten wat ze er mee kunnen.’
Aandacht en toewijding aan de klanken, dat is belangrijk …
Brederode koos zijn bandleden voornamelijk op hun vrije instelling. ‘En dat voel ik bij deze drie, dat ze heel erg openstaan voor juist elke keer een andere benadering. Elk stuk, elk concert is totaal anders, zelfs qua tempi zitten we soms niet helemaal gelijk. Ja, ik wil zelf ook een kick van die concerten krijgen. Het mooiste is als je niet exact hoort wat de ander doet, omdat het zich heeft vermengd met jouw spel. Dat lukt met deze groep en dat vind ik echt fijn.’
Evocative
Brederode staat wat veel elementen betreft in de traditie van ECM. Maar waar bestaat die sound precies uit? Het blijft lichtelijk mysterieus. Hij denkt hardop na. ‘Eicher is niet onder de indruk van spelers die alles uit de kast halen. Het showelement, daar is hij dus wars van. Hij wil geen gebaande paden horen, en het mag ook niet klinken als. Dus geen saxofonist waarvan je gelijk denkt: dat is de coltrane-school. Maar boven alles wil hij gewoon muziek horen.’ ‘Ik weet dat hij mijn composities mooi vindt. Zoiets is het, de ruimte. Het is niet echt spectaculair wat ik doe, maar meer ingetogen. Dat is wat ik erover kan zeggen. Hij zal nooit heel specifiek zijn. Muziek moet wel evocative zijn, daar weidt Eicher wel graag over uit. Dat wil hij graag bij muziek, dat het een bepaalde sfeer oproept en dat die muziek met bepaalde klanken gepaard gaat.’
© Tim Sprangers, Jazz International Rotterdam 2011