Een jaar geleden overleed Behsat Üvez. De Turks-Nederlandse muzikant richtte in 2002 samen met rietblazer Steven Kamperman de wereldmuziekgroep Barana op. ‘We speelden met twintig muzikanten op Behsats begrafenis. Nu ben ik met diezelfde band op tournee. Dingen lopen soms raar.’
Wat doe je als de oprichter van je band er opeens niet meer is? Stoppen of doorgaan? Rietblazer Steven Kamperman kwam voor dat dilemma te staan bij het overlijden van Behsat Üvez, frontman van Barana, de gerenommeerde wereldmuziekgroep die zij samen oprichtten. ‘Op de begrafenis van Behsat speelden we met een superbezetting een arrangement uit het repertoire van Barana. We kregen waanzinnige reacties uit het publiek. Ook van mensen waarvan ik weet dat ze niets hebben met jazz of Turkse muziek. Toen dacht ik, we zijn gek als we dit laten liggen.’
Zijn gedachte werd versterkt door Behsats wens ooit te toeren met een groot orkest. ‘Ik heb het idee toen op me genomen. Ik hou van die man en dit is wat ik kan terugdoen voor alles wat hij ons gegeven heeft. Ik heb toen allerlei musici betrokken bij het project. Het resultaat is echt bijzonder. Met zo’n grote bezetting hebben we nooit eerder gespeeld.’
Steven Kamperman is van huis uit een echte jazzo. ‘Mijn oudere broer is een jazzfan. Hij draaide Charlie Parker en als zesjarig jongetje luisterde ik mee. Ik vond het geweldig. Laat ik maar zo zeggen, ik stond tot ver boven mijn knieën in de jazz.’
De volksmuziek kwam pas later, toen hij eens Turkse snarenmuziek voorbij hoorde komen. Daarin hoorde Kamperman een soort Turkse blues met de typerende rijke vormen en ritmiek. Met het luisteren naar Turkse muziek ontdekte hij de enorme invloed van het genre op de Westerse jazzklassiekers. ‘Luister maar naar Dave Brubeck. Hij gebruikt Turkse ritmiek in Blue Rondo a la Turk. En Take Five? Zelfde verhaal. Het is gewoon muziek uit Turkije.’
In Turkije staat niemand raar te kijken van onregelmatige maatsoorten. ‘Het publiek telt iedere maatsoort tussen de nul en tien moeiteloos mee’ vertelt Kamperman lachend verder. ‘Als we in Turkije in negenachtste spelen, begint het publiek te klappen. Ze zijn het gewend, het is niets bijzonders. Veel Turkse dansen staan in negen of tien.’
De traditionele Turkse muziek blijkt ook een uitstekende basis voor ‘Hollandse improvisaties’. ‘De Turkse cultuur is heel open. Je kunt de elementen vrij makkelijk aanpassen. Dat geeft een rijke basis voor improvisatie. Dus ook op een Nederlandse manier. Daar bedoel ik mee dat je ons niet snel een Amerikaanse geeikte jazzlick zal horen spelen. Dus is het waarschijnlijk meer een Nederlandse manier van improviseren die wij bedrijven. Melodisch laten wij ons leiden door Turkse lijnen die we vervolgens uit elkaar trekken en op een hele andere manier weer bij elkaar brengen, gemengd met niet al te voordehandliggende klanken.’
Iemand die dat volgens Kamperman heel goed kan is cellist Ernst Reijseger, die ook deel uitmaakt van het Barana Orchestra. ‘Ja, Ernst kan dat.* Een melodie pakken en daarmee aan de haal gaan. Nieuwe lagen toevoegen en uit elkaar trekken. Kneden met geluid. Dat is bepaald niet Turks traditioneel.’ (*zie het filmpje hieronder vanaf 3:55)
Het lot bracht Behset Üvez en Steven Kamperman samen, voor het eerst bij de Music Meeting in Nijmegen nu twaalf jaar geleden. Daar speelden zij in het kader van een compositieopdracht die de organisatie hun had gegeven met het Globe Village Orchestra. Hoe het verder moet met Barana weet Kamperman niet. ‘Ik wist dat het Behsats droom was om het Barana-repertoire te spelen met een groot orkest. Dat is gelukt en ik geniet me kapot. Maar een twintigkoppig orkest is onhoudbaar. Ik vrees dit onze laatste tournee is.’
Wegens omstandigheden zal Ernst Reijseger niet aanwezig zijn.
Een vitale en hartverscheurend mooie ode aan de Groningse muzikale alleskunner Behsat Üvez, die het voorjaar van 2013 vroegtijdig aan kanker stierf. Behsat Üvez stond samen met rietblazer Steven Kamperman aan de wieg van Baraná, een internationaal befaamd wereldjazzensemble dat tien jaar lang van Mexico tot Siberië te horen was, en dat met talloze vijfsterrenrecensies werd gewaardeerd.
Een twintigkoppige superbezetting met coryfeeën uit de Nederlandse wereld- en improvisatiemuziek brengt een divers programma waarin tedere Turkse melodieën, verrassende solo’s en grootse bigbandarrangementen elkaar afwisselen. Een hele eigentijdse bigband dus!
Steven Kamperman: altklarinet, sopraansax Sanem Kalfa vocals Mehmet Uludag: vocals, baglama Hasan Kazan: vocals, baglama Monique Lansdorp: viool George Dumitriu: viool Cengiz Baytemür: ney, kaval, zurna Paul Weiling: altsax Akos Laki: tenorsax Henk Spies: baritonsax Stanislav Mitrovic: basklarinet Bert Lochs: flügelhorn Kees Adolfsen: trombone Ernst Reijseger: cello Bart Lelivelt: accordeon Erman Dirikcan: gitaar Jeff Sopacua: gitaar Meinrad Kneer: contrabas Sebastian Demydczuk: drums