De Rotterdam Suite gaat over 75 jaar wederopbouw. Acht musici componeren elk één deel van de suite, die op zondag 8 mei in de Doelen wordt uitgevoerd tijdens de Dag van de Rotterdamse Jazz. Bassist Stefan Lievestro liet zich inspireren door de Rotterdamse haven en schreef het muziekstuk Port of Call. ‘Rotterdam, stad van komen en gaan.’
Wat gebeurt er als je vanuit grote hoogte een stad overziet? De een zal genieten van het eindeloze uitzicht en zijn gedachte de vrije loop laten gaan, de ander zal geneigd zijn juist in te zoomen op wat er zich beneden zijn voeten afspeelt. Vanuit het gastenverblijf A View with a Room, een initiatief dat denkers en kunstenaars uitnodigt om vanuit een hooggelegen werkstudio hun blik op ‘Zuid’ op te tekenen, liet bassist en componist Stefan Lievestro een maand lang zijn blik gaan over de stad en de Rotterdamse haven. Wat gebeurt er als vreemden voet aan wal zetten? En welke verhalen gaan schuil achter al die voordeuren?
In Port of Call beschrijft Lievestro de dynamiek van de stad: de continue in- en uitstroom van mensen, talen en culturen. Om die dynamiek gestalte te geven maakte hij gebruik van manipulaties van intervalstructuren; hij kon daarmee veel kanten op. ‘Eigenlijk heb ik zelf de regels bepaald’ vertelt Lievestro. ‘Een nieuwe muzikale taal die ik eerst moest leren beheersen.’ Dat bleek een hele klus. Slechts twee intervallen die in vele liggingen en omkeringen terugkomen vormen het fundament van Lievestro’s klankpalet in Port of Call. ‘Ik moest telkens een grens overstappen om tot een resultaat te komen. En als je zelf de regels bepaalt, moet je de regels ook kennen. Ik heb pagina’s bladmuziek uitgewerkt om het te leren begrijpen.’
Die nieuwe muzikale taal was nodig om het verhaal van zijn ‘Rotterdam Zuid’ te kunnen vertellen. ‘Mensen komen niet zomaar uit de grond schieten’ zegt Lievestro. ‘Rotterdam is een komen en gaan van mensen, talen en culturen. Dat gebeurt ook in mijn stuk, zo klinkt het ook. Er dient zich in de verte iets aan, dat ontwikkelt zich. Mensen gaan aan de slag, er is bedrijvigheid, ze doen hun ding. Maar dat wordt soms bruut verstoort door regelgeving en gezag’ zegt Lievestro. Het is iets wat hem duidelijk irriteert. ‘Dat heb ik laten terugkomen in Port of Call. Het volk waaiert neer, met mooie open klanken en ruimte voor improvisatie en flarden van die nieuwe vreemde taal en dan hoor je het gezag. Het banjert dwars door het orkest heen.’