foto: Bokkie Vink
De vernieuwingsdrift van gitarist Raphael Vanoli zit in de genen. Zijn soloconcerten vormen een emotioneel explosief en de duoband Knalpot is een ruig staaltje toekomstjazz.
Hij kookt het liefst elke dag. En nooit hetzelfde. ‘Ik probeer altijd nieuwe dingen uit, en andere combinaties.’ Vanoli graait in zijn tas. ‘Ken je dit, de bergamot? Een soort citrusvrucht. Die kan je niet eten, hij is nog bitterder dan grapefruit, maar die schil… Ben er nu al twee weken mee bezig. Ik heb verschillende pasta’s gemaakt, een cocktail met rum en rietsuiker. En wist je dat er earl grey van wordt getrokken?’
De Duits/Franse Vanoli (1978) is een avonturier, een uitvinder, iemand die in alles de normen ontwijkt. Een ontdekkingsreiziger die platgetreden paden negeert en nieuwe zijwegen creëert. Zijn duo Knalpot, met drummer Gerri Jäger, behoort al vijf jaar tot de meest vooruitstrevende jazzgroepen binnen Nederland en daarbuiten. Toekomstjazz, waarin lijpe ritmes en vuige klankkleuren in weidse improvisaties over elkaar duikelen. Concerten van Knalpot zijn zonder uitzondering een intense belevenis. En als je wilt headbangen kan dat. Nieuw project om naar uit te kijken: Stolpernova. Een eclectische geheel van blazers en de Afrikaanse zanger Omar Ka. In februari gaan ze toeren in Nederland.
Vanoli’s sound heeft alles behalve een traditioneel gitaargeluid. Hij bouwt talloze lagen met analoge pedalen en zijn bak elektronica bij Knalpot bedraagt meerdere vierkante meters. Het soloconcert in het Muziekgebouw aan ’t IJ afgelopen december bestond uit een lange drone die galmde via zes versterkers. Een overweldigende klankmuur, aangestuurd door één gitaar. Hoever kan je verwijderd zijn van je instrument? Nou integendeel, schijn bedriegt. Hij zoekt juist naar de oervormen en bouwstenen. Vanoli laat via extreme uitversterking de kleinste klankcellen horen. ‘Als je nu met de microscoop kijkt naar deze tafel waar wij aan zitten, zul je zien dat er veel kleine beestjes rondlopen. Dat vind ik interessant.’ Met boeiende technieken deelt hij de spannendste gitaargeheimen met zijn publiek. Deze vernieuwingsdrift zit hem in het bloed, zo blijkt.
foto: Pieter Kers
Uitvinders
‘Mijn overgrootvader heeft de rits uitgevonden, ergens rond 1900. Uiteindelijk heeft een vriend van hem het patent gejat. In mijn Duitse familie zaten wat uitvinders, mensen die originele ideeën hebben en dingen bedenken. Soms werd ik er als kind een beetje gek van, dat mijn vader om zich heen keek en plotseling hele dwaze ideeën riep. Hij is nu een wetenschapper en met zonne-energie bezig. In dat genre heeft hij heel veel handige dingen bedacht.’
Op vrijdag 15 februari speelt Raphael Vanoli met zijn band Knalpot in LantarenVenster in een Double Bill. Voor de pauze speelt multi-instrumentalist Fred Frith. Koop kaarten via de website van LantarenVenster.
Noorse windharp
‘Ik heb wel eens per ongeluk geniest op mijn gitaar. Ik was verkouden en mijn versterker aan het afstellen, hij stond heel hard, en de lucht ging over mijn snaren heen. Het was sitarachtig geluid, een soort Noorse windharp. In de fjorden heb je van die dingen staan waar de wind continu doorheen blaast, weet je wel. Als je dichtbij de gitaarnek op de snaren blaast, en het volume omhoog zet, kan je alle details horen. Het is een rijke techniek die ik al jaren ontwikkel. Misschien wordt dat wel míjn uitvinding. Hoe ik het ga noemen? Geblazen gitaar, blown guitar zoiets. Heb ik nog niet over nagedacht.’
Solo
‘Aan mijn soloprojecten moest ik wennen, want je bent voor alles wat je hoort verantwoordelijk. Maar het is leuk, ik doe het steeds vaker. Je kan heel precies met geluiden en frequenties werken. Ik probeer telkens een soort muziek te maken die ik nog nooit heb gemaakt. De sfeer is meestal donker en intens, maar het is afhankelijk van hoe ik me voel en het kan totaal verschillende kanten opgaan. Soms besluit ik tijdens het lopen op het podium het anders te doen. Niemand vertelt mij wat ik moet doen, het mag allemaal. Het is vaak echt emotioneel, of het nou over heftige, verstorende of liefelijke emoties gaat. Ook al is het hard en extreem, ik besef het als golven van empathie. Dit klinkt misschien een beetje kitsch, maar als ik het probeer in woorden te vatten, kom ik daarop uit.’
foto: Cees van de Ven
Knalpot
‘Ik begon met Knalpot omdat ik al sinds mijn pubertijd droomde om een echte rockband te hebben. Eerst was het een soort vrijblijvend, vriendschappelijk jamidee. We waren klaar met het conservatorium en begonnen met plezier en lol te spelen, en het werkte gelijk heel goed. Gerri en ik zijn beiden groot geworden met de wat ruige muziek. Hij meer metal en ik veel grunch, Pearl Jam, Sound Garden. Naast alle rockinvloeden hebben we een groot spectrum aan andere stijlen. Electronica, noise, modern klassieke muziek, invloeden van balkan, karnatische muziek en natuurlijk veel jazz en impro. We focussen ons nu op een soort van klank die telkens als een ontlading voelt. Toch ik zou niet alleen Knalpot kunnen doen, dat moet ik ergens compenseren. Daarom ben ik ook met soloconcerten begonnen.’