‘De dag van de Rotterdamse Jazz is een aansprekelijk initiatief, maar bestaat de Rotterdamse jazz? Zijn de lokale initiatieven inmiddels van een dermate groot kaliber en hebben de stedelijke musici een zodanige unieke kwaliteit, dat er sprake kan zijn van Rotterdamse jazz? En waardoor onderscheidt die zich van de jazz in andere plaatsen?’ Dit schreef Hans Zirkzee, schrijver van het boek Jazz in Rotterdam, in een email naar aanleiding van mijn verzoek aan hem om een lezing te komen geven op de Dag van de Rotterdamse Jazz.
Door Frank van Berkel
Persoonlijk denk ik dat Rotterdamse jazz bestaat, maar daarmee is nog niet een antwoord gegeven op de vraag wat dan Rotterdamse jazz is. Juist daar is de Dag van de Rotterdamse Jazz voor: om vorm, invulling en reflectie te geven aan het fenomeen Rotterdamse jazz. Het 50-jarige jubileum van De Doelen en de viering van 75 jaar wederopbouw Rotterdam vormen een prachtige gelegenheid voor het organiseren van dit feestje. Onder het motto ‘always fiercely committed to the new’ blikken we vooruit met de geschiedenis in ons achterhoofd. We vieren de jazzmuziek van de stad.
Rotterdam heeft een veelkleurige jazzgeschiedenis (lees het boek van Zirkzee!). De Amerikaanse jazz is hier altijd geliefd geweest. Al in het verleden met onder meer Coleman Hawkins in Mephisto, de Newport Jazz Festivals in De Doelen, B14, de Jazzbunker, Jazzclub Thelonious en het laatste concert van Chet Baker in Dizzy. Tegenwoordig zijn de Amerikanen in LantarenVenster en het North Sea Jazz Festival nog altijd goed vertegenwoordigd. Maar, wat is de typische Rotterdamse signatuur? Ter vergelijking: de Amsterdamse jazz met de dadaïstische vrije impro van het ICP als vaandeldrager is wereldberoemd. En in Tilburg valt er ook een zekere signatuur waar te nemen van vrije geesten als Jacques Palincx – weliswaar sterk beïnvloed door de Amsterdamse school – en Jeroen van Vliet, die er een meer milde en lyrische toon op na houdt. Wat opvalt is dat in beide steden de bloeiende jazzclubs die deze muziek programmeren door muzikanten zijn opgezet; het Bimhuis in Amsterdam en Jazzclub Paradox in Tilburg. Door het ontbreken van voldoende samenhang is dit in Rotterdam nooit gelukt.
Het Rotterdams Conservatorium positioneerde zich in de jaren zeventig sterk in de voorhoede door als een van de eerste conservatoria in Nederland een vakopleiding voor jazz te starten. De opleiding was op Amerikaanse leest geschoeid. Door jazz als ‘lichte muziek’ te benaderen, en niet als ‘kunst’, waren de meeste musici die van deze opleiding kwamen academisch geschoold in amusementsmuziek. Hierdoor voerde in de jaren tachtig mainstream jazz in Rotterdam de overhand. De werkelijk onderscheidende en typisch Rotterdamse jazz in die tijd was bijvoorbeeld de industriële new wave van een ongeschoolde band als Kiem. Muziek die zich kenmerkte door rauwe eenvoud.
In die tijd ontstond ook de richtingenstrijd: Rotterdamse mainstream bebop en swing versus piep knor free jazz uit Amsterdam. Met de komst van nieuwe generaties muzikanten in de jaren negentig ontstond er een omslag. De combinatie van academische verworvenheden in Rotterdam en de avontuurlijke eigenzinnigheid uit Amsterdam leverde een nieuwe voorhoede met een publieksvriendelijke aanpak.
Rotterdammer Eric Vloeimans is hier misschien een voorbeeld van. Een Rotterdamse signatuur met meer Europese invloeden gloorde aan de horizon. Na Vloeimans volgden er meer. De huidige generatie Rotterdamse jazzmuzikanten kenmerkt zich door een open mind, goede academische instrumentbeheersing en het toonzetten van een oorspronkelijk en toegankelijk geluid. Veel jonge Rotterdamse musici laten zich nu beïnvloeden door Europese en wereldse culturen. Op de Dag van de Rotterdamse Jazz leggen we daar de focus op. En om vooruit te komen moet je ook terug kunnen kijken. Daar hoort het eren en leren van helden uit het verleden bij.
Rotterdamse jazz bestaat. Vandaag nog meer dan vroeger. En we hebben nu een dag om het te vieren en te ontdekken. Wellicht dat deze dag het begin van een traditie is, want het programma toont nog maar een fractie van al het aanwezige jazztalent in de stad. En de geschiedenis zit nog vol met Rotterdamse muziek die aan de vergetelheid onttrokken kan worden.