Omer Avital
Door Mischa Andriessen
Leg een steen in een stroom en de stroom vertakt zich. Eindeloos kun je dat herhalen, talloze afsplitsingen zullen ontstaan en het aantal stenen ruimschoots overtreffen. Je kunt ook verschillende stromen laten samenkomen, maar hoeveel je ook ombuigt, versmelt of aftakt, altijd blijft water uit de stroom waar het ooit begon traceerbaar.
Zo is het ook met jazz. Leg de muziek van de jonge Nederlandse band Marutyri, het Americana Trio van gitarist Marzio Scholten of de nieuwe groep van saxofonist Bart Wirtz naast oudere jazz (niet eens stokoud, je hoeft maar een paar jaar terug te gaan) en je zult zonder twijfel grote verschillen horen, In sommige gevallen zulke grote verschillen dat je misschien jezelf gaat afvragen of het nog wel jazz is wat deze jonge musici maken.
Jazz verandert, is veranderd, blijft veranderen.
Maar hoe groot de verschillen ook mogen zijn, overeenkomsten zijn er wel degelijk ook. Het is maar wat je wilt benadrukken. Vat je jazz formeel eng op, zie je een genre dat naar adem hapt. Kies je voor een ruimere definitie is het op slag een muzieksoort vol van leven. Natuurlijk is een levendige variant sowieso aantrekkelijker, maar er zijn nog minstens twee andere redenen waarom de keuze voor de inclusieve benadering zo gek niet is.
Jean-Paul Estievenart
Allereerst kun je eenvoudigweg de lijn van de geschiedenis volgen om tot de conclusie te komen dat het ombuigen, versmelten en aftakken voor jazz een gemeenlijke zaak is. Sinds eind jaren zestig mag het genre dan aan brede populariteit flink hebben ingeboet, nog altijd is jazz op zijn minst gedeeltelijk een onderdeel van de populaire cultuur. Het lijkt er trouwens op dat momenteel weer wat verloren terrein wordt teruggewonnen.
Jazz heeft voortdurend in verbinding gestaan met de populaire cultuur. Van talloze hits zijn in ruim een eeuw tijd jazzversies gemaakt. Soms als eerbetoon, soms als parodie, soms als combinatie van beide. Charlie Parker die met ‘White Christmas’ aan de haal gaat, Benjamin Hermans take van ‘The Banana Song’, vertolkingen van Cindy Laupers ‘Time After Time’ door Miles Davis en recent The Bad Plus, de lijst is eindeloos. De geschiedenis van de jazz, in elk geval na de Tweede wereldoorlog, is er een van versmelten, met latin, met soul, met rock, met hiphop, met noem maar op. Er zijn jazzversies van Bach, van Britney Spears, Black Sabbath en zo’n beetje alles wat daartussen zit. En ja, ook waren er altijd collega’s, critici, luisteraars die daarover hun schouders hebben opgehaald. Het zou ook een gotspe zijn te beweren dat al die verkenningen alleen maar prachtige, tijdloze muziek hebben opgeleverd. Maar het is minstens zo onzinnig om het tegenovergestelde te beweren.
Compro Oro
Iets anders is wezenlijk wel veranderd, namelijk de manier waarop een groot deel van het publiek toegang tot muziek krijgt. Goeddeels verdwenen zijn de bakken met een vet gedrukte genreaanduiding waarin de liefhebber lp’s of cd’s zoekt en vindt die in het genoemde straatje passen. Er is van alles tegen Spotify, iTunes en dergelijke in te brengen, maar feit is dat een luisteraar daardoor andere links kan leggen en zijn smaak veel vrijer ontwikkelen. Bedenk ook dat de jonge talenten van nu deels gevormd zijn in de jaren negentig toen wat nog aan muren tussen verschillende stijlen overeind stond vakkundig werd gesloopt. Het levert veelal een eclectische opvatting van muziek op waarbinnen wel degelijk een zekere logica bestaat. Neem de Belgische groep Compro Oro voorgezeten door vibrafonist Wim Segers. Hun cd ‘Transatlantic’ verraadt een voorliefde voor de vaak fantastische soundtracks bij B-films en voor surfmuziek, maar bedoeld of niet, kun je er ook een verwantschap in horen met het project ‘The Dreamers’ van John Zorn en hoor je een link naar blues en Americana zoals ook gitarist Bill Frisell die wel heeft gelegd. En misschien heeft Segers nooit van de beste man gehoord maar zijn relaxte muziek herinnert in de verte ook aan de prachtige platen die pianist Jack Wilson zo’n vijftig jaar terug voor Blue Note Records maakte.
Iets vergelijkbaars gaat op voor de jonge Rotterdamse gitarist Jorrit Westerhof in het Pack Project zich met verschillende bezettingen presenteert. Als invloeden worden behalve jazz ook delta blues, Balkan folk, Jimi Hendrix, The Shadows, psychedelische en elektronische muziek genoemd, en vermoedelijk is deze lange lijst verre van volledig.
Jorrit Westerhof en Eric Vloeimans
Niet alleen de toegangsweg is anders, jonge muzikanten zijn domweg met andere muziek opgegroeid. Het mooist hoor je dat terug in de jazz die met hiphop versmelt. Al in de jaren tachtig ondernamen musici als Greg Osby en Steve Coleman pogingen om beide genres samen te brengen. Die experimenten klonken als een moetje. De dwingende hiphop beat stond haaks op de ritmische vrijheid die jazz jazz laat zijn. Dat is nu totaal anders. Drummer Makaya McCraven verbindt de twee alsof ze nooit van elkaar zijn los geweest. Zijn beats zijn even krachtig als soepel. Hij kent de power van een swingende, stuwende groove, maar laat zeker live ook duidelijk horen dat hij naar vrijheid en vernieuwing zoekt. Free jazz en fusion zijn door jazzhistorici veelal als totaal gescheiden werelden behandeld. McCraven bewijst hun ongelijk, zijn muziek is net zo goed gevoed door de baanbrekende musici van de AACM uit Chicago als Miles Davis’ ‘Bitches Brew.’ En het klinkt honderd procent al muziek van nu.
Dan rest nog een vraag: waarom? Waarom zou je combineren, vertakken, afsplitsen? In de eerste plaats omdat het bij het leven hoort. In de tweede plaats omdat de slinger nooit precies in het midden hangt, er nooit een perfect evenwicht is. Jazz was steeds meer opgeschoven richting klassieke muziek, componeren prevaleerde boven improviseren met als gevolg op het podium stuurs kijkende mannen en vrouwen die naar hun bladmuziek turen en bang zijn af te wijken van wat afgesproken is. Dat mag allemaal wat losser en dat wordt het ook. Prachtvoorbeeld is de Israëlische bassist Omer Avital die de topmuzikanten voor het uitkiezen had, maar zijn saxofonisten letterlijk van straat plukte. Op zijn recente cd ‘Abutful Music’ klinkt muziek die verre van perfect is, soms zelfs slordig, maar zo gloedvol en bezield gespeeld wordt dat technische beheersing weer bijzaak wordt. Weg hoofd, welkom hart, welkom terug.
Een steen die eenmaal in de stroom is gelegd, kan weer worden weggehaald, maar de stroming is voor altijd verlegd. Jazz verandert, is veranderd, blijft veranderen.