Foto: Johan Jannsen
Volgende week speelt The Ploctones in De Doelen. Hitsige en aanstekelijke funkjazz, doorvlochten met vervaarlijke onregelmatige maatsoorten, polyritmiek en crossovers. Saxofonist Efraïm Trujillo blaast al mee sinds de oprichting van de band.
Efraïm Trujillo, saxofonist van The Ploctones, zit net aan het ontbijt als we hem rond het middaguur bellen. Hij heeft het druk met optreden. De afgelopen week maakte hij samen met The Ploctones zijn opkomst met de nieuwe tour Better then Ever, met het beste wat the Ploctones te bieden hebben, zonder opsmuk. “We hebben een paar keer een label op een tour geplakt en verschillende projecten gedaan. Bijvoorbeeld met stemkunstenaar Andreas Schaerer en het lichtproject dat we deden met de mannen van LiGHT-UP in onze tour StoerTour” vertelt Trujillo enthousiast. “Maar soms hebben projecten geen noodzaak. Nu draait het even helemaal om de muziek.”
Steeds vaker zijn bands als de Ploctones ook te beluisteren op cross-over podia, waar allerlei genres klinken. Volgens Trujillo een goede ontwikkeling. “We zijn onze tour bewust niet gestart in het Bimhuis. Er zijn veel nieuwe podia waar potentieel publiek binnenkomt. Neem Paradiso Noord, eigenlijk pop georiënteerd. Ik vind het fijn om nieuwe gezichten te zien bij concerten.” Als voorbeelden noemt Trujillo de concerten georganiseerd door het kunstenaarsinitiatief Splendor, maar ook Sugar Factory en de Blue Note Clubsession in Eindhoven. “Maar we hebben ook gespeeld in het Bimhuis vorige week. Dat voelt als thuiskomen.”
Trujillo is er wel mee bezig, de band zichtbaarder te maken. “Er wordt meer van muzikanten verwacht, mee te denken over publiciteit. Je moet je daar actief in opstellen.”
En toch, het gaat om de muziek. Efraïm Trujillo groeide op met de klarinet. Vanaf zijn zesde, aangestoken door zijn vader, een fanatiek amateur musicus. “Hij speelt prachtig. Wat ik als kind vooral mooi vond, was het ritueel dat hij had. Houten instrumenten moet je goed verzorgen. Je zet de klarinet in elkaar, beetje vet en na het spelen moet-ie weer helemaal uit elkaar. Dan kwam er een doekje tevoorschijn en een wisser. Heel secuur werk allemaal. Hij hield echt van zijn instrument .” In feite was Trujillo’s vader zijn eerste leraar. “We speelden ook samen Mozart. Zo mooi.” Later klonken er ook jazzduetten. Inmiddels kreeg de jonge Trujillo les buitens huis en werd hij door zijn lerares aangemoedigd definitief de overstap naar de jazzmuziek te maken. “Zij zag ook wel dat ik niet zo’n gevoel had voor klassieke muziek. Ik keek liever naast de noten. Was jazzmuziek niet meer iets voor mij, vroeg zij zich af.” Vanaf dat moment bezocht Trujillo workshops en jazzsessies, bij Armando Cairo in Amsterdam. “Maar mijn klarinet was niet te horen. Ik kwam niet boven het bandgeluid uit. Ik ben overgestapt op saxofoon. Dat kwam goed uit; hoefde ik mijn vader niet te vertellen dat ik mijn klarinet was kwijtgeraakt in de tram.”
Op het conservatorium ontmoet Trujillo ploctones-gitarist Anton Goudsmit. “In de eerste week al” zegt Trujillo. “We werden samen met twee anderen in een kamertje gezet om wat experimenteren als ensemble. Dat was even wennen, maar de presentatie was goed.” De ontmoeting tussen Goudsmit en Tujillo was niet direct het begin van The Ploctones. “We hebben na onze conservatoriumtijd veel samengespeeld, maar eigenlijk kwam het begin van The Ploctones met een carte blanche compositie opdracht die Anton kreeg van de VPRO uitgevoerd in De Oosterpoort in Groningen. De VPRO maakte opnames en dat pakte goed uit. Later heeft de VPRO ons kwartet opgenomen bij Jazz op het Dak, een live serie op het dak van NEMO in Amsterdam. “Die opnames waren hartstikke goed, en zijn ook uitgebracht op cd onder de naam Goudsmit, Trujillo, Vierdag & Vink. Dat is het begin van de Ploctones.”
Gelijkwaardigheid is belangrijk bij de Ploctones. “We bedenken samen het materiaal, hoewel Anton wel de meeste input levert. Maar daar mag je dingetjes aan veranderen. Ik zie het als een groepsproces, en dat gaat soms hard tegen hard maar werkt eigenlijk hartstikke goed.” Voordat nieuw materiaal wordt opgenomen is er altijd eerst bedenktijd. “We duiken niet zomaar de studio in. We nemen de tijd voordat we iets opnemen. We zijn aardig kritisch. De studio weer in om maar een nieuwe plaat te kunnen uitbrengen, zo werkt het niet.”
Dat hoor je terug in de composities. In eerste instantie vrolijk in het gehoor liggende krachtige songs. Gaandeweg ontdek je de ingineiuze ritmes en subtiele verschuivingen die daarin ontstaan. “Ik ben dol op polyritmiek. Als kind al liep ik over straat en probeerde het ritme van mijn stappen onder te verdelen in een onregelmatige maatsoort. Kleine puzzeltjes, onze muziek barst ervan. Het mooie is dat je met polyritmiek lange vormen kunt maken, die pas na langere tijd rondkomen. Ik heb daar echt een passie voor. Wij allemaal trouwens.”