Harmen Fraanje over het trio met Ernst Reijseger en Mola Sylla: ‘Mensen kunnen bij ons hun verhaal kwijt’.
Hoe serieus moet of mag muziek zijn? Moet iedereen lekker zelf weten, maar muziek die schoonheid met ernstige toon brengt is gebaat bij een moment dat alles in de relativeringsmolen dondert. Een ademhalingsogenblik, glimlach of een rariteit doet wonderen na een stortvloed aan zware noten. Het maakt een concert echt gedenkwaardig en tastbaar. Misschien dat dit het meest unieke is van het trio Harmen Fraanje (piano), Ernst Reijseger (cello) en Mola Sylla (zang en percussie): balanceren tussen humor en ernst. Dat je zelf ook niet meer weet of je tranen nu schaterend of jengelend langs je wangen bungelen.
‘Het is heel makkelijk om jezelf mee te laten voeren, je gaat open staan. Als dat gebeurt, ontstaat er heel snel een lach of traan.’
Het jonge trio (Fraanje initieerde de samenwerking in 2008) bezit meer van dat soort schijnbare tegenstellingen die stiekem helemaal niet ver van elkaar blijken te liggen. Of zij brengen tegenpolen dicht bij elkaar, zeg het maar. Reijseger, op klassiek en improviserend gebied behorend tot de Europese top, Fraanje, geroemd om zijn poëtische aanpak en de goedlachse Sylla, die voornamelijk zingt in een West-Afrikaanse traditie. ‘Maar we staan allen in dienst van het moment, zegt Fraanje, ‘in elk optreden zijn we op zoek naar het zijn van het samenzijn.’ Hij werpt licht op ogenschijnlijke controverses.
Humor vs. ernst
‘Ik erger me enorm aan geforceerde humor die muziek in de weg zit. Maar als het hele eerlijke, zuivere proces van muziek maken consequenties heeft in de vorm van humor of ernst, prima. Als het maar geen trucje wordt. De tegenstelling is bij ons inderdaad heel heftig. Ik denk dat we iets met beeld hebben. Mensen kunnen bij ons hun verhaal kwijt. Het is heel makkelijk om jezelf mee te laten voeren, je gaat open staan. Als dat gebeurt, ontstaat er heel snel een lach of traan. Je laat het toe. Ook mooi is dat we de stukken niet aankondigen. Ik vind dat je mensen een eigen idee of fantasie ontneemt door te vertellen waar het nummer over gaat. Muziek, het is zo’n mooi abstract ding dat zijn eigen vorm moet krijgen. Het is heel fijn om het zo te doen.’
Festival vs. concertpodium
‘Vooral in het buitenland spelen we veel op festivals, in Nederland niet. Voor ons werkt het allebei .Uiteindelijk houd ik van intimiteit, waar het dan ook is. Als we ergens spelen is ook het publiek hier een onderdeel van, niet alleen wij of de muziek. Natuurlijk zijn op veel festivals mensen in de weer met het programma, of speelt het zich helemaal in de open lucht af. Dan ligt de uitdaging in het behouden van de spanning in de betreffende ruimte. Daar moet je samen zijn en dat is heel bijzonder. Dat gaat beter als er niet te veel publiekswisseling plaatsvindt, maar ik moet zeggen dat mensen meestal niet weggaan, omdat ze het leuk vinden.’
‘Je hebt componisten die vinden dat het stuk altijd hetzelfde moet klinken.’
Improvisatie vs. compositie
‘Je hebt componisten die vinden dat het stuk altijd hetzelfde moet klinken. Dit is het, zo moet het en geen millimeter anders. Maar ik zie composities meer als een fijn hulpmiddel om elkaar te ontmoeten op een bepaalde plek, en vanuit daar begint het. Laat maar komen, laat maar stromen. Voor ons is het een holistisch ding, het is kneedbaar, kan uitdijen en andere vormen aannemen, echt een dynamisch proces. Het wordt zo bijna gelijkwaardig hè. De compositie staat ook niet in dienst van de improvisatie of andersom. We geven een eerlijke expressie en reflectie van de muziek zonder daar in te duwen, maar te accepteren en te volgen.’
Routine vs. spontaniteit
‘We reizen een hoop en dat is goed en leuk. Dus niet heel de tijd dezelfde clubs in Nederland, hoewel dat ook echt leuk is hoor, maar je zou wel in een sleur kunnen raken. Die verschillende plekken, dat is heel inspirerend. Op een bergtop of een oud fort waar je over de Alpen kijkt, of een heel oud theater. Heel afwisselend. Straks gaan we naar Rusland waar het tussen de 0 en de -40 is… Die routine is er in de enorme ervaring van vooral Ernst en Mola, en ook ik ben langzamerhand geen broekie meer. Maar het blijft leuk en spannend tussen ons. Ik vermaak me prima, ik leer er veel van. En we maken leuke uitstapjes met filmmuziek voor Werner Herzog, via Ernst. Begin volgend jaar komt er een cd uit, ook dat is te gek. Ja, ik voorspel wel dat we nog heel lang spelen.’
© Tim Sprangers, Jazz International Rotterdam 2011